Een nieuwe realiteit

Het nieuwe seizoen is weliswaar begonnen, maar hierbij nog een persoonlijke reflectie die een van onze leden voor de zomer schreef over vorig seizoen.
Vol goede moed keerde ik aan het begin van dit seizoen terug bij mijn oude voetbalteam, na een tijd in het buitenland te hebben gezeten. De afgelopen jaren werden ‘we’ vaker wel dan niet kampioen. Zo ook vorig jaar. Vanuit de wijsheid van een paar bepalende figuren in het team was er bewust besloten niet te promoveren. Wellicht een gebrek aan ambitie, maar wel een garantie op weer een zorgeloos jaar met enkel sportieve hoogtepunten, zo was de gedachte. De hooggespannen verwachtingen reikten nog verder bij sommigen die overtuigd waren dat mijn terugkomst een kwaliteitsimpuls met zich zou meebrengen. Ik had immers een track record opgebouwd als verdedigende steunpilaar die óók de bal naar de goede kleur kon spelen. Wie zou ons dit jaar dus wat maken in de 5e klasse reserve?
De seizoensouverture leidde tot een verlies en ook in de opeenvolgende wedstrijden waren de resultaten niet genoeg voor een volgende ronde in de beker. Er was echter geen reden tot paniek. Het was nou eenmaal wat veelgevraagd er meteen te staan na een zomer vol geneugten. Geen wonder dus dat we de eerste ronde in de beker niet overleefden, zoals eigenlijk elk jaar. Ook nu was de teneur na de uitschakeling als vanouds: in plaats van teleurstelling waren het onverschilligheid en triomfantelijkheid die de toon zetten. ‘Het was toch juist fijn om een paar extra vrije zaterdagen in het jaar te hebben’. Helemaal omdat de beker niet relevant was – het ging bij uitstek om het kampioenschap.
Traditiegetrouw begon het competitieseizoen vlammend. De eerste wedstrijd al was een wereld van verschil met de beker. Dat er een paar sterkhouders dit seizoen tijdelijk afwezig waren, waaronder onze veelscorende spits, deerde niet. Integendeel. Deze nieuwe realiteit was juist een welkome aansporing om met nieuwe spelpatronen aan de slag te gaan. Ons gebruikelijke directe spel waarmee we aanvallers diep stuurden werd verruild voor een zorgvuldige opbouw van achteruit, wat tot best aardig combinatievoetbal leidde. De uit nood geboren nieuwe spits, voorheen een robuuste centrale verdediger, bleek bovendien een doeltreffende vervanger. We boekten overwinning na overwinning en konden dus niet anders dan als Herbstmeister de winterstop ingaan. Als klap op de vuurpijl bezegelde ik onze blakende vorm en mijn terugkeer met een afstandsschot waar Giovanni van Bronckhorst zijn vingers bij zou aflikken.
Helaas was er weinig voor nodig om onze overwinningsroes een halt toe te roepen. Met name aanwezigheidsproblemen speelden ons meer en meer parten. Elke week weer bleek het niet mogelijk om elf van de dertig man uit de groepschat op zaterdag bij elkaar te krijgen. We waren dus aangewezen op invallers, veelal opgetrommeld door hetzelfde clubje fanatici. Uitzonderingen daargelaten kwamen zij het niveau niet ten goede. Ook de teamgenoten die wel bleven opdagen, leverden steeds minder een zinvolle bijdrage. Zo verkeerde iemand een aantal weken in de veronderstelling op zaterdag gewoon te kunnen voetballen, zonder voorafgaand op vrijdag te slapen. Ik deelde ook mee in de malaise, met als dieptepunt een onnodige handsbal die een onvermijdelijke penalty tot gevolg had waardoor we cruciale punten verloren.
De aanwezigheidsproblemen werden niet minder. Op gegeven moment was de nood zo hoog dat we door de toegestane hoeveelheid baaldagen heen waren. De wedstrijden die we hadden gemist resulteerden inmiddels in een flinke puntenachterstand op de nieuwe nummer 1 van de competitie, een bekend team waarmee we al jaren in een strijd om het kampioenschap verwikkeld waren. Ook bij de eerste wedstrijd tegen hen moesten we verstek laten gaan doordat we niet genoeg man bijeen konden brengen. In plaats van 3-0 te noteren, conform de gemaakte afspraken, zorgden ze voor een boete aan ons adres, die natuurlijk kwaad bloed zette. Represailles waren in de maak – het kampioenschap was bovendien nog niet definitief vergeven. Als we alle wedstrijden die we moesten inhalen ‘gewoon’ zouden winnen, en revanche haalden tegen de lijstaanvoerder, was er geen vuiltje aan de lucht.
De eerste helft van de beoogde revanchewedstrijd speelden we boven verwachting. Hun energieke middenveld bracht ons weliswaar meermaals in problemen, maar we hielden stand door flink in te zakken en op de vertrouwd solide verdediging en keeper te leunen. Dat we zelf nauwelijks tot kansen kwamen, namen we voor lief zo lang we de nul maar hielden. Daarom was de teleurstelling groot toen net voor rust bleek dat een tegendoelpunt toch niet te voorkomen was. In de rust hielden we de schijn op dat ons van meet af aan broze geloof in een goede afloop nog niet verdwenen was. Plichtmatig zetten we tactisch het een en ander om, al kon dat niet voorkomen dat we in de tweede helft snel het tweede tegendoelpunt incasseerden. Na deze beslissende treffer nam de intensiteit van de wedstrijd af, al volgden er nog 4 doelpunten waarmee de eindstand uitkwam op 1-5. Hoewel onze titelaspiraties hiermee definitief verleden tijd waren, konden we enige mate van tevredenheid niet onderdrukken omdat ‘het nog veel erger had gekund’.
Een sprankje van onze oude winnaarsmentaliteit deed tegen het eind van het seizoen toch nog zijn intrede toen er driftig werd gesproken over allerhande kunstgrepen om volgend jaar wel weer een rol van betekenis te spelen. Hoe dan ook moest er worden doorgeselecteerd en zou er een grotere nadruk op discipline komen te liggen. Vers binnengehaalde aanwinsten werden geacht het niveau omhoog te trekken, en de tweede garnituur zou voortaan in een ‘invallerschat’ worden geplaatst om het kaf van het koren te scheiden. Een draconischer optie om door te selecteren was om met een ander team te fuseren, waarvoor een enkeling al vergevorderde plannen had. Het niveau moest daarnaast worden verbeterd door het doordeweekse trainen weer op te gaan pakken. Ieder die zou komen, zou aanspraak maken op een gegarandeerde basisplek op zaterdag. Dat de meerderheid het trainen al jaren uit desinteresse en gebrek aan tijd had afgezworen, was geen belemmering. Dat zou volgend seizoen veranderen, zo was althans de bedoeling. Volgend seizoen, dan zou de kampioen van weleer haar ware gezicht weer tonen.
Just van den Hoek
Wartburgia 7

